Concentratie, hyperactiviteit, impulscontrole
De laatste jaren zijn de termen ADD en ADHD steeds bekender geworden. Heel veel meer kinderen dan in het verleden hebben nu een van deze diagnoses gekregen. De medische behandeling bestaat dan vaak uit medicatie Ritalin (Link maken naar bijwerkingen?) en eventueel psycho-educatie: het omgaan met het beeld. Wij zijn van mening dat onze functioneel neurologisch benadering een belangrijke aanvulling kan geven voor het verminderen van het symptoombeeld van ADD en ADHD.
Aandachtsproblematiek (ADD/ADHD)
Laten we eerst even inzoomen op genoemde diagnoses. Hoe worden deze eigenlijk bereikt? Wat zijn de criteria?
Het grote handboek voor dergelijke problemen de DSM geeft het volgende aan voor ADD:
Mensen met ADD:
- Zijn vaak rustig en komen soms wat mysterieus en dromerig over
- Zijn overgevoelig voor uitwendige prikkels en zijn snel afgeleid
- Trekken zich regelmatig terug om ervaringen te verwerken
- Hebben moeite om snel en adequaat te reageren (vertraagde informatieverwerking)
- Zijn vergeetachtig en chaotisch (slecht kortetermijngeheugen)
- Hebben slecht overzicht in tijd, moeite met prioriteiten stellen
- Hebben meer behoefte aan slaap
- Zijn heel precies en grondig in denken en handelen
- Hebben moete met het uiten van gevoelens
Mensen met ADHD:
De symptonen bij ADHD zijn te onderscheiden in hyperactiviteit en impulsiviteit.
- ADHD met hyperactiviteit:
- Snel afgeleid, niet goed luisteren
- Moeite met details, slordigheidsfouten maken
- Dingen niet afmaken en van alles tegelijk doen
- Vergeetachtig zijn en dingen kwijtraken
- Niet stil kunnen zitten
- Continue rusteloosheid
- Steeds maar doorgaan
- Moeite met ontspannen
- ADHD met impulsiviteit:
- Niet denken, maar doen
- Impulsief reageren
- Impulsief omgaan met geld, relaties en werk
Voorwaarden om te kunnen concentreren
Concentratie en focus op een taak zijn complexe functies waarbij hele netwerken in het brein betrokken zijn. Wanneer dergelijke netwerken niet goed functioneren wordt het moeilijk om de aandacht vast te houden. Laten we drie voorbeelden geven van alledaagse functies die ieder voor zich bij kunnen dragen en de mogelijkheden om niet goed te kunnen concentreren.
- Onvoldoende oogmotoriek: met name het kunnen onderdrukken van wegkijken als er iets in de omgeving gebeurt. Ook het goed gezamenlijk naar binnen brengen van de ogen (het convergeren) is een belangrijke factor bij concentratie. Zeker wanneer er een leestaak bij betrokken is.
- Timing en informatieverwerking: Niet alleen moet de informatie binnen komen via beeld en/of geluid het dient vervolgens adequaat verwerkt te worden. Veel kinderen kunnen hierin door gericht te trainen verbeteren. Dit kan zeker bijdragen aan algehele concentratie (Link naar interactive metronoom).
- Voeding: er is veel over te doen over voeding van invloed is op gedrag en concentratie. Verschillende onderzoeken geven verschillende zaken aan. Logischerwijs doet iedereen het waarschijnlijk beter op gezonde voeding. In de loop der jaren hebben we vast kunnen stellen dat er heel veel ruimte is voor verbetering, juist bij kinderen met ADHD en ADD. Supplementen zoals omega 3 vetzuren en magnesium kunnen hierin ook een rol spelen. Ons idee: een brein doet het beter op goede dan op slechte voeding, logisch toch?
Veel van de bovenstaande kenmerken van ADD en ADHD overlappen hier mee. Het zou dus niet vreemd moeten zijn om te bedenken dat als je aan dergelijke vaardigheden gericht gaat werken het symptoombeeld begint te veranderen en klachten hanteerbaarder worden.
Functionele neurologie: werken aan voorwaarden
In onze benadering doen we eigenlijk een stap terug. Eerst moet de basis op orde zijn. Kunnen de ogen niet goed convergeren dan werken we daaraan. Zijn er problemen met timing dan pakken we dat op. Natuurlijk geven we algemene en in veel gevallen specifieke voedingsadviezen. Daarbij kunnen we gebruik maken van verschillende laboratoriumtesten indien nodig.